Zorgpersoneel weet te weinig van eHealth
Een groot deel van het zorgpersoneel heeft heel weinig kennis over eHealth en over de mogelijkheden die het biedt. Ze hebben koudwatervrees en veel jongeren die net van de opleiding af komen zijn er onvoldoende in opgeleid, zegt Liesbeth Meijnckens, zelfstandig adviseur eHealth, in BNR Beter.
Bovendien steken steeds weer verwarrende verhalen de kop op over technologische ontwikkelingen. EHealth kan tegenwoordig niet alleen meer de zorg van de hartcentra verbeteren, in feite is het relevant voor elke tak van de zorg. Al maakt elke sector zijn eigen ontwikkeling door, zegt Meijnckens. 'Denk aan online contact leggen, online afspraken maken en online toegang krijgen tot je eigen gegevens en dossier; daarvan kun je zeggen dat het in elke tak van sport in de zorg relevant is. Maar het goede nieuws is dat ze beter dan vijf jaar geleden weten waar het over gaat, als je maar uitlegt wat de basisontwikkelingen zijn.
Thuisarts.nl
Zorgaanbieders en zorgverleners zijn verantwoordelijk voor een veel betere vindbaarheid op internet van hun zeer waardevolle informatie, meent Meijnckens. Een goed voorbeeld is thuisarts.nl, dat de vindbaarheid van de huisartsen aanzienlijk heeft vergroot. 'Ze stimuleren dat mensen eerst op thuisarts.nl kijken of het nodig is om naar de huisarts te gaan.' Bij zorgpersoneel en in de opleidingen ziet Meijnckens een gevarieerd beeld. 'Er is een voorhoede die heel veel kennis heeft en bij veel pilots en projecten is aangesloten. Maar de vraag is hoe we de grote groep zover krijgen dat ze op een eigentijdse manier gaan werken.'
Want eHealth heeft hoe dan ook de toekomst, erkent ook Ed de Kluiver, bestuursvoorzitter van het Isala Hartcentrum in Zwolle. Al zal de menselijke factor altijd een rol spelen. 'Er zal altijd een warm contact nodig zijn, dus het zal altijd én én zijn: de traditionele zorg en de zorg thuis. Maar ik denk dat mensen steeds meer in staat zijn een deel van hun vragen zelf opgelost te krijgen en ook om zelf de regie te voeren rond behandeling, natrajecten en chronische ziekten. De rol van de dokter zal zeker veranderen van een kennisbron naar een coachende dokter.'