'Eenderde van de leraren stopt vanwege de grote klassen. Hiermee maak je het vak aantrekkelijker'. zegt Eugenie Stolk voorzitter van de AOb.

Enkele jaren geleden adviseerde de Onderwijsraad de minister om de bevoegdheden en het opleiden van leraren in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs drastisch te wijzigen, om het leraarschap aantrekkelijker te maken. De minister heeft inmiddels de commissie Onderwijsbevoegdheden geïnstalleerd, met de opdracht om tot een voorstel te komen.
AOb: ‘Kleine klassen geven de ruimte die hard nodig is’
Leraren hechten volgens CNV Onderwijs veel waarde aan de huidige situatie van een brede onderwijsbevoegdheid. De leraren zien wel problemen in het huidige stelsel bij de groepen 1 en 2 in het basisonderwijs, het speciaal onderwijs en het praktijkgerichte onderwijs in het vmbo en mbo.
In alle sectoren moet volgens de leraren het huidige stelsel van brede basis en inzetbaarheid het uitgangspunt zijn. Leraren vinden smallere inzetbaarheid ongewenst en differentiatie in bevoegdheden niet aantrekkelijk, zo wijst de enquête volgens de bonden uit.
Meer geld
Jan de Vries, voorzitter van CNV Onderwijs, vindt dat meer geld, meer tijd, verlaging van de werkdruk en kleinere klassen veel efficiëntere middelen zijn in de strijd tegen het lerarentekort en hoge werkdruk. 'Dat neemt niet weg dat leraren erkennen dat lesgeven aan kleuters een andere tak van sport is dan aan groep 7. En dat het werken in het speciaal onderwijs andere vaardigheden en dus een specifiek opleidingsaanbod vraagt. Daar moet binnen het stelsel een oplossing voor komen.'