Bernard Hammelburg12 nov '16 13:58Aangepast op 12 nov '16 15:00

Trumps wraak op de pers

Auteur: Bernard Hammelburg

Op een enkele anti-Trump-demonstratie na, is New York plotseling ongewoon rustig. Het gewone straatlawaai, met de bijna ononderbroken trits voorbijsnellende hulpdiensten met sirenes, gaat gewoon door, maar in de lucht heerst een bijna serene stilte.

Dat is het gevolg van een maatregel van de Federal Aviation Authority (FAA), het equivalent van onze Rijksluchtvaartdienst, die vrijwel al het luchtverkeer over Manhattan heeft stilgelegd sinds Donald Trump tot nieuwe president werd gekozen. Zijn Trump Tower, zijn huis en hoofdkwartier, staat op Fifth Avenue, de chique winkelstraat in het hart van Manhattan, en is volgens de FAA dus automatisch doelwit voor mogelijke terroristische aanvallen vanuit de lucht. Luchtverkeer, vooral van een naar het vliegveld La Guardia, moet dus andere routes kiezen, totdat Donald en Melania op 20 januari naar het Witte Huis verhuizen.

Vanaf het moment van zijn overwinning, valt Trump onder hetzelfde veiligheidsregime als de zittende president. De Geheime Dienst, verantwoordelijk voor zijn bescherming, heeft dus onmiddellijk hetzelfde cordon van agenten om hem heen gelegd als om Obama. Trouwens, daar zit hij voor de rest van zijn leven aan vast, want alle oud-presidenten behouden bewaking en bescherming totdat ze hun laatste adem uitblazen.

Trump krijgt ook meteen alle geheime informatie die de zittende president dagelijks ontvangt, dus ook over lopende en voorgenomen militaire operaties, en rapporten van de CIA en FBI. In de tien weken tot de inauguratie, op 20 januari om 12 uur 's middags, moet hij zich inwerken in honderden dossiers. De nieuwe vicepresident, Mike Pence, die Trumps 'transition team' leidt, speelt daarin een sleutelrol, want op die 20ste januari zal Trump ook de leden van zijn kabinet moeten hebben geselecteerd, zodat hij hun nominaties ter goedkeuring kan voorleggen aan de Senaat.

De media kregen al meteen hun eerste kaakslag van de nieuwe president. Trump weigerde journalisten mee te nemen tijdens zijn vlucht van New York naar Washington, voor zijn eerste gesprek met Obama. Daarmee brak hij met een decennia oude traditie. Het bij het Witte Huis geaccrediteerde perscorps reist altijd met de president mee, naar binnen- en buitenland, zelfs naar zijn vakantieadres. Sinds de moord op president Kennedy, in 1963, die uitsluitend is gefilmd door een toerist met een 8 mm-camera, geldt de opvatting dat de media het staatshoofd tijdens het uitoefenen van zijn functie geen seconde uit het oog mogen verliezen.

De persdienst van het Witte Huis regelt dat allemaal tot in de puntjes: in het presidentiële vliegtuig mag een handjevol journalisten mee als ‘pool-verslaggevers’, de anderen vliegen achter het toestel aan met een speciaal daarvoor door het Witte Huis gecharterd toestel. Technici richten van tevoren perscentra in, hotels worden geboekt, koffers staan keurig klaar in gereserveerde kamers, persmomenten komen minutieus in een soort spoorboekje. Let wel: de kosten worden hoofdelijk omgeslagen, en de meereizende journalisten krijgen een gepeperde rekening. Maar het Witte Huis perscorps, zo’n vierhonderd man sterk, is zonder twijfel de meest verwende groep journalisten ter wereld.

Natuurlijk staat nergens dat dit allemaal moet. De Witte Huis journalisten vinden het vanzelfsprekend, maar het is niet uitgesloten dat Trump een eind maakt een de traditie. Als een verslaggever zo nodig mee moet naar Kansas City, Los Angeles of Tokio, kan hij natuurlijk gewoon doen wat iedere andere reiziger ook doet: zelf een vliegreis en hotelkamer boeken. Hoe dan ook: als deze eerste officiële vlucht met de 'president-elect' een aanwijzing is, dan dreigt er een golf van protest van een van de meest verwende gildes in Amerika.


Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen