Spionnengekrakeel
Je zou bijna de indruk krijgen dat Rusland met het saboteren van de verkiezingscampagne van Hillary Clinton een primeur heeft gescoord. Niets is minder waar, behalve misschien in technisch opzicht. Hacking is een betrekkelijk nieuw middel, maar in de wereld van de spionage is het hooguit een extra stuk gereedschap.
Hoe zit het met de beïnvloeding van verkiezingen in het buitenland door de Verenigde Staten? De Los Angeles Times dook in die vraag, en kwam met een onthullend verhaal. Tussen 1946 en 2000 heeft Amerika 81 keer pogingen gedaan verkiezingen in andere landen te sturen. Dat is nog afgezien van het steunen van staatsgrepen, bijvoorbeeld het afzetten van premier Mossadeq in Iran en het in het zadel helpen van de sjah (1953), de coup tegen de Guatemalteekse president Arbentz (1954), de moord op de Vietnamese president Diem (1962) en de moord op de Chileense president Allende (1973).
Beroemde voorbeelden van Amerikaanse inmenging: de financiering van de campagne van Vaclav Havel in Tsjechoslowakije (1990), de financiële steun aan de Russische president Jeltsin (1996) en de financiering van de oppositie tegen de Joegoslavische leider Milosevic (2000). Poetin is destijds door Jeltsin in zijn kabinet gehaald, dus je zou kunnen zeggen dat het de Amerikanen waren die Poetin in het zadel hielpen.
Dat de Russen verkiezingen in het Westen beïnvloeden is ook niets nieuws. De Franse presidentskandidate Marine Le Pen ontving op haar eigen verzoek dertig miljoen dollar steun uit Rusland, maar ook haar Republikeinse rivaal, François Fillon, heeft de sympathie van Poetin. Hetzelfde geldt voor Heinz-Christian Strache, de leider van de Oostenrijkse FPÖ. Dus dat de Russen het ook in Amerika proberen is niet onlogisch. Een beetje grootmacht speelt een deuntje mee.
In de kwestie van de Amerikaanse verkiezingen is nog veel onduidelijk. De beschuldiging dateert al van afgelopen zomer. Daarna, in september, beet Obama Poetin tijdens een korte ontmoeting in China toe: ‘Cut it out.’. Obama zei op TV dat het had geholpen, en dat daarna geen nieuwe feiten over hacking aan het licht waren gekomen. De felle actie die hij nu neemt is waarschijnlijk ingegeven door de toenemende roep om sancties door Republikeinen en Democraten in het Congres. Door daarnaar te luisteren, zet Obama opvolger Trump voor het blok.
Want wat moet Trump nu doen? Hij heeft voortdurend beweerd een tegenstander van sancties tegen Rusland te zijn, de relatie met Poetin te willen rechttrekken en niet veel geloof te hechten aan het hacking-verhaal. Als hij die koers blijft volgen, bijvoorbeeld door sancties terug te draaien, stevent hij af op een confrontatie met zijn eigen Republikeinse partij in het Congres. Als hij Obama’s nieuwe sanctiebesluit overneemt, valt hij door de mand als een draaikont, niet alleen in eigen land, maar ook in Rusland.
De sancties zelf vallen trouwens best mee. Het uitwijzen van diplomaten – dit keer 35 – is in spionagezaken een geconditioneerde reflex. In 2001 zette Amerika vijftig Russische diplomaten het land uit, in 2010 moesten tien ‘sleepers’ het land verlaten, en ook in 2013 moesten twee diplomaten weg nadat een Amerikaanse diplomaat – volgens de Russen een spion – voor de deur van de Amerikaanse ambassade in Moskou in elkaar was geslagen. Het grappigste incident was eveneens in 2013, toen de Russen in Moskou een Amerikaan aanhielden met een rugzak, waarin een blonde en een bruine pruik zaten, alsmede 130.000 dollar in contanten plus een brief waarin een miljoen dollar werd aangeboden voor ‘een jaar samenwerking.’ Deze CIA-ronselaar werd door de Russen het land uitgezet. John LeCarre zit vast te grinniken – hij had het niet beter kunnen verzinnen.