Trumps 'Russiagate'
'Wat wist de president, en wanneer wist hij het?’ Dat is de beroemdste vraag uit het Watergate-schandaal, dat Richard Nixon in 1973 dwong tot aftreden. De affaire draaide om een klungelige inbraak in het partijkantoor van de Democraten in het Watergate-gebouw, waar Nixons Republikeinse partij de campagneplannen van de tegenstander liet stelen.
Erachter bleek een complot de schuilen waarbij een aanzienlijk aantal topfiguren rondom Nixon betrokken was. De vraag was of de president er zelf van wist en er een rol in had gespeeld. Ondanks zijn herhaalde, dramatische ontkenningen, werd hij uiteindelijk ontmaskerd als de roverhoofdman. Nixons partijgenoot Howard Baker was de man die de beroemde vraag, wat wist de president en wanneer wist hij het, formuleerde.
In de rel over het ontslag van FBI-directeur James Comey door president Trump worden voortdurend parallellen getrokken, en dat is begrijpelijk. In dit geval gaat het niet om een sullige inbraak, maar om relaties met Rusland die medewerkers van Trump hebben onderhouden, en om de banden tussen die relaties en de beïnvloeding door Rusland van de Amerikaanse verkiezingen. Dat die relaties er waren betwijfelt niemand en alle diensten – de FBI voorop – zijn ervan overtuigd dat Rusland via computerhacks en de verspreiding van nepnieuws is binnengedrongen in het Amerikaanse electorale proces.
In het woordenspel na het ontslag van Comey gaat het om de finesses. Trump zei in een interview met NBC dat hij de FBI-directeur nadrukkelijk had gevraagd of hij zelf onderwerp was van justitieel onderzoek. Volgens Trump ontkende Comey dat. Dus: niets aan de hand – waar zeurt iedereen toch zo over? De pro-Trump nieuwssite Breitbart bevestigde de stelling van Trump met citaten van de Republikeinse en Democratische kopstukken uit de Senaatscommissie die 'Russiagate' onderzoekt. Nee, hoor, Comey had ook aan hen bevestigd dat er geen onderzoek liep naar de president.
Trump en de senatoren hebben ongetwijfeld gelijk. Alleen klopt hun vraag niet. Wie iets weet van justitieel onderzoek begrijpt dat de rol van Trump zelf in dit stadium van de jacht op informatie nog helemaal niet aan de orde is. De FBI is nog lang niet klaar met het recherchewerk, en concentreert zich terecht op medewerkers tegen wie het bewijs beschikbaar is, zoals de al na een maand ontslagen nationaal veiligheidsadviseur Flynn. Pas als alle informatie boven water is – zowel over de verspreiding van nepnieuws als over de relaties van medewerkers met de Russen – komt de vraag aan de orde wat de rol van de president is geweest. Dus Comey kan met zijn hand op zijn hart verklaren dat er geen onderzoek tegen Trump loopt. De vraag die Trump aan Comey had moeten stellen: sluit je uit dat je een onderzoek naar mijn rol zult instellen? Trouwens: ook NBC stelde die vraag niet.
Interessant is de rol van Andrew McGabe, Comey’s adjunct en nu waarnemend directeur van de FBI. Vooropgesteld: hij is Democraat en verbergt zijn afkeer van Trump nauwelijks. Maar zijn verklaring voor de onderzoekscommissie van de Senaat, daags na Comey's ontslag, was er niet minder interessant om. Simpele boodschap: u moet echt niet denken dat de FBI zich laat beletten dit zeer belangrijke onderzoek voort te zetten. En: vanaf dit moment verstrekken wij geen informatie meer aan het Witte Huis over het onderzoek. Dat belooft weinig goeds. Pikant detail: 'Deep Throat', de bron die het Watergate-schandaal in 1972 onthulde aan de Washington Post, was adjunct-directeur Mark Felt van de FBI – dezelfde functie, dus, als nu McGabe. Die oude vraag gaat niet weg: wat wist de president, en wanneer wist hij het?

Bernard Hammelburg
Buitenlandcommentator Bernard Hammelburg gaat in zijn column in op de zaken van wereldbelang en plaatst de internationale politiek in context.