Geen mot met Ronaldo
Daar zat-ie dan, de nachtvlinder. Neergedaald op het verbeten gezicht van 's werelds beste voetballer van dit moment.
Cristiano Ronaldo sloeg de mot niet weg. Niet zichtbaar voor de camera althans. Want wie er ook met Ronaldo in beeld komt; hij toont zich bereid. Of het nou de jongen betreft die na afloop van de wedstrijd tegen Oostenrijk - en vlak na een door CR7 gemiste strafschop - een selfie wilde, of de jongen die vóór de halve finale tegen Wales naast Ronaldo op de teamfoto ging staan: Ronaldo bleef vriendelijk. Voor de jongens. En voor de mot.
In Nederland wordt de laatste vijftien jaar niet zo vrolijk gekeken naar het Portugese voetbalteam. Figo, Maniche, Nuno Gomes, Pepe, Ronaldo: we worden er niet vrolijk van, hoe goed ze ook kunnen voetballen. Al die uitschakelingen en al die schoppartijen - met als dieptepunt de 'Slag bij Neurenberg' op het WK van 2006. Een wedstrijd waar Ronaldo overigens het grootste slachtoffer was, toen Khalid Boulahrouz hem zijn noppen liet zien.
Zondagavond werd Ronaldo weer uit de wedstrijd geschopt. Tijdens zijn tweede finale op een EK, en zijn zevende deelname aan een eindtoernooi.
En dat moment - die achtste minuut - toen de kruisband van Ronaldo verrekte om verder dienst te doen, toen veranderde er iets in Nederland. In huiskamers werd ineens liefkozend over Ronaldo gesproken. Op sociale media werden we mild. Ja, hij was nog steeds een posterboy die zich graag laat zien. Maar ineens was Ronaldo ook die absolute topvoetballer die je toch zo'n grote prijs gunt. Plots waren we voor Pepe, voor Nani, en zelfs voor de bijzonder gedecoreerde Quaresma.
Omdat we voor Ronaldo waren.
Plots begrepen we in Nederland dat de allerbeste sporters, die de allerbeste prestaties neerzetten, ook het allerhoogste verdienen. In ieder geval één keer.
Nu nog De Vlo.