Paus zijn, iedereen kan het
Wat doet een paus eigenlijk de hele dag? In ieder geval dingen die je tot ver na je tachtigste nog kunt volhouden, kijk maar naar de laatste twee pausen.
Het moet dus een makkelijke baan zijn. Een gewone Nederlander gaat tegenwoordig met pensioen op de gezegende leeftijd van 65 jaar en één maand. Zou dezelfde gewone Nederlander paus zijn geworden, dan was hij met gemak twintig jaar langer aan de slag gebleven. Zo makkelijk is het werk van een paus.
En dat is ook wel te verklaren. De paus is de plaatsbekleder van God op Aarde. Dat is het hele eieren eten: je bekleedt die plaats. Als er maar iemand op die Heilige Stoel zit. Niet teveel bewegen, dan is het al goed.
Moet je überhaupt wat doen, als paus? Ik kan me twee mogelijkheden voorstellen. Als je aanneemt dat God zelf de touwtjes in handen heeft, moet je zeer zeker niets doen. Dan loop je God maar voor de voeten - die kan prima Zijn eigen boontjes doppen. Zitten op die Stoel, nu en dan iets of iemand zegenen en verder mond houden. De Here God is een naijverig God, heb ik wel eens gelezen, dus maak je niet te breed op die Stoel.
Als het de bedoeling is dat God alle lopende zaken aan jou als paus delegeert, ligt het iets anders, maar niet veel. Het is een wat vreemde voorstelling van God, een God die in wezen Zichzelf heeft gepensioneerd - misschien omdat Hij de 85 is gepasseerd en geen puf meer heeft. Maar goed, als paus moet je dan doen wat God zou doen.
Doen wat God deed toen Herodes de onnozele kinderen liet vermoorden.
Doen wat God deed tijdens de pestepidemieën in de Middeleeuwen.
Doen wat God doet als een sluipwesp zijn eieren legt in een levende rups.
Doen wat God deed om de Holocaust te voorkomen.
Doen wat God deed om Marc Dutroux, Adam Lanza of Joran van der Sloot de voet dwars te zetten.
Doen wat God deed tijdens Katrina, Sandy, of tijdens aardbevingen in Turkije, Iran of Groningen.
Ik zei het al, paus zijn is een luizebaan. Je hoeft niks te doen, dat doet God zelf ook nooit. Natuurlijk doen de meeste pausen wel wat: ze vertellen de wereld hoe God Zijn zaakjes geregeld wil zien, via encyclieken en via terloopse opmerkingen over moslims en het homohuwelijk. In wezen bepáált een paus eerst zelf met zijn uitspraken en publicaties wat God wil, waarna hij als Zijn plaatsbekleder Zijn wil uitvoert.
Kortom: een paus definieert God. Hij maakt God. Hij schept God, naar zijn beeld en gelijkenis. God past zich aan, die heeft niet zoveel in te brengen. Hoe conservatiever de paus is, hoe conservatiever God wordt, is dat u wel eens opgevallen? Hij heeft geen keus.
Het is dus een creatief beroep. Je kunt jezelf er helemaal in kwijt. Niets moet, alles mag. Een wereldbaan. Geen wonder dat je het tot op hoge leeftijd kunt blijven doen.