Psychologische grens? Toedeledoki
De AEX schommelt nu al een week rond de 300 punten. Er is geen sprake van dat zakken onder die grens de daling versterkt, of omgekeerd. Eerder het tegendeel.
Sinds 7 mei gaat de AEX elke dag een of meer keren door de grens van 300 punten. Zo'n grens wordt wel eens 'psychologisch belangrijk' genoemd. De suggestie is, dat als de index zo'n grens passeert, dit invloed heeft op de stemming. Dat zou dan de bestaande beweging versterken.
Op 7 mei opende de AEX onder de 296 punten, nadat hij de vrijdag tevoren was gesloten op bijna 301. Was dat schrikken? Misschien wel, maar de index begon meteen aan een opmars en sloot op 305, een spectaculaire winst van 3%. De volgende dag ging het prompt de andere kant op en tegen sluitingstijd belandde de AEX even onder de 300. Een verkoopsein? Integendeel, er werd meteen rechtsomkeert gemaakt, naar een slot van 301.
Dat was ook zo'n beetje de opening op woensdag, waarna de index een groot deel van de dag onder de 300 punten bivakkeerde om er toch weer net boven te sluiten. Gisteren (donderdag) werd de 300-grens zelfs vier keer gepasseerd. Het maakt op niemand indruk. Moet de beurs soms sluiten onder een 'psychologische grens' om indruk te maken op de wereld?
Dat is heus ook wel eens gebeurd, onder andere op een cruciaal moment. De moeder aller psychologische grenzen zou 200 punten moeten zijn. Op 9 maart 2009, in de meest nerveuze periode van de kredietcrisis, sloot de AEX op iets meer dan 199 punten, na gedurende de dag zelfs onder de 195 te hebben gestaan. Dat was het startschot voor een koersstijging van 72% in nog geen tien maanden.
Dag psychologische grens, het was leuk je te hebben gekend.