Column hoofdredactie | Titanic aan de Zuidas
Het kan nauwelijks toeval heten dat de commissie-De Wit met haar rapport komt in de week dat het precies honderd jaar geleden is dat de Titanic zonk. De gelijkenissen tussen deze scheepsramp en de hectische dagen dat ons bankensysteem van de ondergang moest worden gered, zijn immers treffend.
Het zelfvertrouwen in 1912 was groot. Zoals de banken in onze tijd werden de schepen almaar groter. Steeds meer mensen hunkerden naar rijkdom en wilden de oversteek wagen naar Amerika, het werelddeel van de ongekende groei. Zonder schepen à la de Titanic was er in die tijd ongetwijfeld een systeemcrisis geweest die de economie immense schade had toegebracht.
Het mondde uit in grootheidswaanzin en het gevoel van onaantastbaarheid. De Titanic was een technisch wonder dat niet kon zinken, dacht men tijdens de bouw. Het schip had net zo goed Lehman Brothers of ABN Amro kunnen heten.
Risico’s werden weggehoond. De eigenaar van het schip had besloten dat de helft van het benodigde aantal reddingssloepen afdoende moest zijn. Teveel van die dingen zou alleen maar een gevoel van onveiligheid opleveren. Achteraf besef je dat zo’n sloep aan vaste wal niet veel waard is, maar op volle zee bij een zinkend schip des te meer. Dan is het net een flesje water in een brandende woestijn.
Zelfs toen het te laat was en de Titanic volstroomde met zeewater bleef het orkestje op het dek vrolijk doorspelen, op last van de kapitein die paniek wilde voorkomen en geen opstootjes wilde bij de laatste reddingssloepen, alsof het pinautomaten van de Fortisbank waren.
Schepen in de buurt moesten redding bieden: het depositogarantiestelsel op volle zee kwam echter te laat. De Titanic brak net als Fortis in tweeën en zonk naar de bodem. Slechts een deel van het menselijk kapitaal overleefde en kon samen met een Zalm die in hun sloep was gesprongen een tweede leven beginnen.
Ook na de ramp 100 jaar geleden was er een onderzoekscommissie. Die wees op gebrekkige communicatie tijdens de laatste spannende uren. Waarschuwingen voor ijsbergen, afkomstig van andere schepen, bereikten de kapitein niet. Hij moet zich gevoeld hebben als de Tweede Kamer in 2008: onvolledig en te laat op de hoogte gebracht.
Titanic- kapitein Edward John Smith kon het allemaal niet meer navertellen, want ook hij ging ten onder. En anders, anders had hij tegen de onderzoekscommissie kunnen verklaren: “We hadden weinig tijd, te weinig informatie, weinig voorbeelden, weinig alternatieven, maar we moesten beslissen. Uitstel was geen optie; er stond te veel op het spel. Ik hoop dat iedereen zich dat blijft realiseren.”
Paul van Gessel
---
Iedere donderdag geeft de BNR Hoofdredactie wisselend bij monde van hoofdredacteur Paul van Gessel of adjunct-hoofdredacteur Meindert Schut commentaar op de actualiteit.