Column Jan Postma | De weg kwijt
Het was een reclamespot van ruim een uur, met mooie woorden, ruimhartig applaus bij elke adempauze en veel zorgvuldig geoefende spontaniteit. Obama’s goede voornemen voor 2014: meer daadkracht. Als het nodig is, zonder Congres. Het is begrijpelijk dat Obama zijn presidentschap een kickstart wil geven. Maar met deze spierballentaal laat hij zien meer dan ooit op te gaan in de schoolpleingevechtjes van Washington.
Het is nog maar de vraag of er echt wat gaat veranderen. Met executive orders kan hij inderdaad zonder goedkeuring van Congres handelen. Maar uiteindelijk heeft hij de Republikeinen toch altijd weer een keer nodig. De State of the Union was vooral weer een sterk staaltje politiek navelstaarderij. Congres en President zijn voor een uurtje druk met elkaar. De blikken naar binnen gekeerd, wat buiten de zaal gebeurt is even niet belangrijk.
Terwijl een paar blokken verder de schrijnende probleemgevallen van de Amerikaanse maatschappij letterlijk op straat liggen. Een paar jaar geleden kocht ik een fiets in Southeast, een zwarte probleemwijk achter Capitol Hill. Ik woonde een tijdje in Washington, en een Nederlander zonder fiets, tja. Met mijn mountain bike had ik mijn ultieme vrijheid terug. Binnen vijf minuten was ik hopeloos verdwaald.
De huizen zagen er nog best vrolijk uit. Klein, het hout in vrolijk rood, blauw en geel gestoken. Maar de verf bladderde af, en de gezichten waren er boos. De bescheiden tuintjes lagen vol met afval. Auto’s misten banden, op elke hoek zat een drankzaak, zo een met dikke tralies. Die blanke jongen op zijn glimmende fiets viel daar nogal op.
Een auto komt langzaam naast me rijden. Beetje bedreigend. De bestuurder wil weten wat ik hier doe. Met een scheve grijns kijkt hij vragend naar mijn oranje mountain bike. Fietstochtje. Verdwaald zeker? Ja. Hij vraagt me te stoppen. Ik voel de bankbiljetten die ik dankzij succesvol pingelen bespaard heb, branden in mijn broekzak.
Hij wijst me de weg, mijn biljetten mag ik houden. En hij vertelt. Hij heeft geen baan, een zieke vriendin, maar geen zorgverzekering. In de buurt zijn alleen slechte scholen. Buschauffeurs dragen veiligheidsbrillen omdat ze vaak met stenen werden bekogeld. Een tijdje geleden werd een gedeelte van de wijk hermetisch afgesloten. Elke auto werd doorzocht in een poging het aantal moorden terug te brengen. Hij knikt in de richting van Capitol Hill. “Voor hen zijn wij een blinde vlek.”
Obama speechte over de steeds grotere verschillen tussen arm en rijk, over de middenklasse die steeds meer in verdrukking komt en over de sociale ladder die vooral aan de onderkant een paar treden mist. The American dream was ooit een gevleugeld begrip voor elke Amerikaan. Iets dat hoop gaf aan de mensen die nog veel te wensen over hadden. Het zat, en zit, ingebakken in de Amerikaanse cultuur. Maar het vervullen van die droom is voor veel Amerikanen steeds moeilijker.
Lloyd, want zo heette mijn wegwijzer, had een bumpersticker op zijn auto van een politicus die ik niet kende. Van de vorige eigenaar, want in politiek interesseerde hij zich al lang niet meer. De liefde moest immers wel van twee kanten komen. Congresleden zie je hier niet, laat staan een president. Ze zitten hier om de hoek, maar terwijl er buiten geschoten wordt, is Capitol Hill vooral druk met eigen ruzies en vetes.
Het politieke gevecht is een doel op zich geworden. En dus ligt de focus op de procedures. De executive order als laatste redmiddel om de politieke impasse te doorbreken. Maar wat nodig is, is een koersverandering. Een die ervoor zorgt dat op Capitol Hill net wat verder gekeken wordt dan dat de vete met de tegenpartij lang is. Congresleden wonen in het welgestelde Georgetown en laten zich in een geblindeerde auto met chauffeur naar Capitol Hill rijden. Southeast Washington ligt dan niet op de route. Laat die chauffeur zich eens een keer verrijden. Of beter nog: Congressman, neem eens de fiets.