
Want de drang om te investeren staat of valt bij de aanwezigheid van afzetverwachtingen. 'Dat geld goedkoop is is fijn, maar als je somber bent over de vooruitzichten, ga je liever niét investeren dan wél investeren. De prijs van geld is bij een investeringsbeslissing altijd maar vrij onbelangrijk. De economie draait niet lekker, het publiek is narrig, dus die bedrijven gáán gewoon niet investeren. Zo simpel is het.'
Uit de losse pols somt Kees de Kort nog maar eens de hindernissen op. 'Ondanks alle halleluja-verhalen gaat het niet goed met de arbeidsmarkt. Sparen kóst geld en ook de pensioenproblemen worden groter. Intussen koopt de ECB voor 80 miljard bedrijfsobligaties per maand. Nou, ga dat maar eens uitleggen aan je moeder.' Kortom: er gebeuren links en rechts rare dingen die de onzekerheid alleen maar vergroten. 'En dan worden mensen voorzichtiger; dan gaan ze niet méér besteden, dan gaan ze opletten. En daar reageren bedrijven op door niet te investeren.'