Roofridders
Telkens als de jackpot valt in overnameland raakt dat een open zenuw in de samenleving. Maar alles went. Deze week ging de absolute hoofdprijs naar NXP-topman Rick Clemmer. Wie zegt u? Rick Clemmer. Onthoud die naam.
Hij is de nieuwe lijst-aanvoerder van roofridders die volledig binnenliepen met de verkoop van het bedrijf waaraan ze leiding gaven. Als een buschauffeur die de bus verkoopt.
Clemmer verdient het duizelingwekkende bedrag van 391 miljoen euro aan de overname van NXP door Qualcomm. Een historische prestatie. Want nooit eerder werd zo’n groot bedrag door een topman verzilverd bij de overname van een Nederlands bedrijf. De tientallen miljoenen van Jan Bennink en Rijkman Groenink destijds verbleken bij de honderden miljoenen die meneer Clemmer nu meekrijgt.
De publieke afschuw en verontwaardiging over zo’n gigantische overnamebonus voor één topman lijkt nog net zo groot als negen jaar geleden, na de overnames van Numico en ABN Amro. Maar ergens bespeur ik toch ook wel enige gelatenheid. En machteloosheid bij de politiek en de bonden om nog iets af te dingen op een voldongen feit. Want bijna 400 miljoen euro ineens, voor een gewone sterveling, dat kán toch niet? Dus wel!
En niemand die d’r wat aan kan doen. Want het aandeel NXP heeft een notering aan de Amerikaanse Nasdaq en niet op een Europese effectenbeurs. Rick Clemmer zelf is ook een Amerikaan. Een groot deel van de bedrijfstop is buitenlands, net als de klanten. In veel opzichten is NXP allang geen Nederlandse onderneming meer. De fiscus, de vakbonden, de politiek: allemaal vissen ze weer achter het net. Knarsetandend moeten ze toezien hoe Rick Clemmer er met de buit vandoor gaat. Een schrale troost wellicht is dat de maatschappelijke ophef nog vele malen groter was geweest als Rick gewoon Jan of Rijkman had geheten.
De vakbonden zijn beroepshalve geschokt, maar geven zich al gewonnen. Door de grote verdiensten van Clemmer te erkennen bij de redding van NXP in de jaren die voorafgingen aan de miljardenovername door Qualcomm. Liever dan een kansloze poging om het volledige bonusbedrag terug te claimen, las ik een voorstel van de FNV om het dan maar te delen met de vijfentwintigduizend medewerkers van het bedrijf.
Elk een eenmalige bonus van tienduziend dollar ter gelegenheid van de geslaagde overname. Dan blijft nog altijd 175 miljoen dollar over voor de baas. Allemaal niet zo principieel natuurlijk maar wel pragmatisch van de bond. Die zich hiermee feitelijk medeplichtig maakt aan de greep in de kas door de vertrekkende ceo. Want ook een uitkering van 175 miljoen voor de topman in loondienst die het bedrijf verkoopt is nog altijd ongehoord.
Prettige maandag!

Paul Laseur
Financieel journalist Paul Laseur houdt zijn scherpe blik op economie en maatschappij. Elke maandag een nieuwe column.