COLUMN | Kok en Kohl
Misschien raak je tóch verslaafd aan politiek’, zei Wim Kok toen ik hem eind 1995 sprak over zijn eerste anderhalf jaar als minister-president. Hij had zich nooit echt thuis gevoeld als fractievoorzitter in de Tweede Kamer. Nu, in het Torentje en op vrijdag als voorzitter van de ministerraad in de Trêveszaal, was dat anders.
MEER
Alle columns van Jaap Jansen
Het kabinet met drie partijen deed hem denken aan de vakbeweging, waar hij ‘de bonden bij mekaar moest houden en beleid ontwikkelen door tegengestelde belangen heen’.
Die verslaving aan politiek kwam gaandeweg. De liefde voor Europa was er al. Die was vanzelfsprekend voor Wim Kok. Hij dacht vaak aan de angst van zijn ouders voor overvliegende bommenwerpers, de leegte thuis toen zijn vader was ondergedoken. En de armoede, ook na de oorlog.
Net als zijn voorganger Ruud Lubbers was Kok zich scherp bewust van het belang van Europese samenwerking. Een welvarend Europa, gebouwd op de puinhopen van oorlogen tussen landen die nu gingen samenwerken. Nie wieder Krieg. De groeiende euroscepsis benauwde Kok.
Als vicepremier stond Kok aan de wieg van de euro: hij onderhandelde over de Economische en Monetaire Unie in het Verdrag van Maastricht. In juni 1994, de formatie van wat uiteindelijk zijn eerste kabinet zou worden, probeerde Kok op de Europese Top in Korfoe Ruud Lubbers benoemd te krijgen als voorzitter van de Europese Commissie. Bondskanselier Helmut Kohl dwarsboomde dat, want Lubbers had na de val van de Muur moeilijk gedaan over de Duitse hereniging.
Een minister-president maakt zijn eigen agenda, merkte Kok, die als minister van Financiën duizenden ambtenaren onder zich had en dus een vol schema. Aan Hans Prakke, toen hoofd voorlichting van de PvdA, vroeg Kok wat-ie moest doen. Stukken lezen hoefde niet, want die had hij als minister van Financiën, onderhandelaar en formateur al gezien. Kok verveelde zich en draaide aan de Rolodex op zijn bureau - zo’n ding van voor het mobieltjestijdperk, waar je telefoonnummers in stonden. Deze was nog van Lubbers.
Hij draaide het nummer van Helmut Kohl, die blij verrast was dat Kok hem zomaar belde. Kort daarna ging de minister-president naar Bonn. Het werd een Männerfreundschaft. Er kwam zelfs een gezamenlijk Duits-Nederlands legerkorps.
‘Je moet het nationale belang zo definiëren dat het in hoge mate samenvalt met het belang van Europa’, zei Kok jaren later, toen hij geen premier meer was.
Gelukkig kregen Koks opvolgers Jan Peter Balkenende en Mark Rutte – na enige scepsis –het belang van Europa en daarbinnen van innig samenspel met Duitsland ook snel door. Niet voor niets heeft Rutte zoveel contact met Angela Merkel. In het voetspoor van Kok en Kohl.
MEER
Alle columns van Jaap Jansen

Jaap Jansen
Politiek commentator Jaap Jansen in de wandelgangen van de macht