Gratuit gebabbel over media helpt kwaadaardige propaganda
Over de aflevering

Klinkt goed hè? Behalve dan dat het dom gelul is. Er gaat heel veel mis in de media. Als ik het vergelijk met toen ik eind jaren negentig begon in de journalistiek, is het paradoxaal genoeg slechter én beter geworden. Slechter omdat de combinatie van geldgebrek en internet heeft geleid tot doorgeslagen scoringsdrift, onzorgvuldigheden en quasi-inhoud als amusement. Beter omdat de combinatie van geldgebrek en internet heeft geleid tot professionalisering, harder werken, een enorme verscheidenheid aan vaardigheden, transparantie, oog voor het belang van het publiek en creativiteit.
Het kan en moet veel beter. Ik word ook somber als ik gister een batterij collega’s voor een deur zie staan waarachter de SP vergadert over en paar lekkende Kamerleden. In de wetenschap dat het intussen met onafhankelijke onderzoeksjournalistiek woekeren is.
Maar ik word ook somber door het besef dat goede journalistiek nu eenmaal heel erg moeilijk is en soms onmogelijk. In Aleppo zijn nauwelijks verslaggevers omdat het daar zo erg is. En doordat er nauwelijks verslaggevers zijn, weten we niet zeker hoe erg het er is. Door social media krijgen we flarden mee over een mogelijke genocide. Gruwelijk, maar niet te verifiëren. Zeg maar wat de journalist moet doen.
Ik ben altijd voorstander geweest van scherpe mediakritiek, ik ben blij als lezers of luisteraars ons bij de les houden en ik vind dat journalisten elkaar te weinig de maat nemen. Terwijl, als wij elkaar niet fileren, roepen we breed wantrouwen en ingrijpen door de staat over ons af.
Dus dan had Washington toch gelijk? Nee. Hij gaf geen antwoord op de vraag die werd gesteld. Die ging over het fenomeen nepnieuws. En dat is geen journalistiek feilen, onder die term gaan verzinsels, leugens en propaganda schuil, welbewust ingezet om de samenleving te ontwrichten en macht te vergaren.
Geert Wilders, die hiermee in de Nederlandse politiek het verst gaat, twitterde laatst een plaatje waarop Trump direct met de kiezer praatte via social media over de hoofden van journalisten heen. Daar schreef hij bij: vertrouw de pers nooit. Wilders en Washington zijn geestverwanten.
Zie hier de ironie: deze generalisaties, ook onder zogenaamd weldenkenden modieus, creëren juist het vacuüm waarin kwaadaardige agitprop gedijt. Dus ga je gang, vervang serieuze mediakritiek met dit soort gratuit gebabbel. Wat je zult terugkrijgen is een miljoen keer erger dan matige journalistiek.