Alles went, zelfs faillissement
Het aantal faillissementen in ons land is in februari verder gedaald. En in heel 2018 ging nog niet de helft van het aantal bedrijven op de fles als in het crisisjaar 2012, jubelt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat klinkt natuurlijk prima. Maar zo vóelt het helaas niet, door de problemen van bekende winkelketens als Intertoys en Fred de la Bretoniere in de afgelopen weken. Daarmee wordt het publiek hardhandig met de neus op de feiten gedrukt: Het zal best goed gaan met de economie. Maar niet met de winkelstraat.
Helaas weet de detailhandel niet te profiteren van het herstel na de crisis. De felle concurrentie van webshops en prijsvechters uit China doet ze één voor één de das om. De vrijvallende locaties worden steeds vaker ingenomen door lunchrooms en koffiebarretjes, waar eerst nog een modezaak of schoenenwinkel zat. Na V&D, Kijkshop en al die anderen is het wachten alleen nog op het moment dat Blokker eindelijk omvalt. Want alles went, zelfs een faillissement. Helemaal omdat faillissement allang niet meer het einde hoeft te betekenen van een onderneming, maar juist een nieuw begin. Voor populaire winkelformules is er immers altijd nog… de doorstart.
ALLE COLUMNS VAN PAUL LASEUR
Klik hier
In afgeslankte vorm en met een nieuwe eigenaar en strategie krijgt het bedrijf een tweede kans. Helemaal opgefrist, zonder lastige schulden en overtollig personeel en minus een aantal slechtlopende filialen. Fijn voor het winkelend publiek misschien, die nog even geen gedwongen afscheid hoeven nemen van hun vertrouwde merk schoeisel, kleding of speelgoed. Maar kleine schuldeisers blijven achter met hun onbetaalde facturen; een groot aantal medewerkers zonder baan. Het mag er dan uitzien als de redding van het bedrijf, zo’n doorstart. En het is misschien een opluchting voor de vaste klanten. Maar veel toeleveranciers worden keihard gedupeerd.
Jacco Vonhof van MKB-Nederland vraagt aandacht voor kleine en middelgrote bedrijven die als schuldeiser bij een faillissement betrokken raken. Zij zien gemiddeld maar 3 % van hun vorderingen terug. Die kunnen fluiten naar hun geld. En moeten met lede ogen aanzien hoe de belastingdienst, banken en aandeelhouders met pandrecht de dans ontspringen omdat die vooraan staan bij het verdelen van de boedel.
Faillissement wordt intussen steeds vaker ingezet als een strategische optie voor ondernemingen in nood. Als instrument in handen van bedrijvendokters. Je hoort ook ondernemers wel eens roepen dat het niet zo erg zou moeten zijn om een of twee keer bankroet te gaan. Kijk maar naar Amerika, zeggen ze dan. Daar staat het juist goed op je CV, als bewijs van lef en de bereidheid om risico’s te nemen. Maar bij elk faillissement vallen slachtoffers, doorstart of niet. Dat is niets om stoer over te doen. Daar past alleen nederigheid van de failliete ondernemer.
Prettige maandag!

Paul Laseur
Financieel journalist Paul Laseur houdt zijn scherpe blik op economie en maatschappij. Elke maandag een nieuwe column.