Duitsland verliest gevaarlijk atoomafval
In Duitsland heerst verwarring over het lot van enkele duizenden brandstofelementen die tussen 1967 en 1988 werden gebruikt in een nucleaire onderzoekreactor in Jülich, ongeveer 50 kilometer van de grens met Nederland. Volgens weekblad Der Spiegel zijn de kogelvormige radioactieve materialen, ter grootte van tennisballen, zoek. De autoriteiten bestrijden dat, maar spreken elkaar tegen, zo melden Duitse media.
Volgens Svenja Schulze, wetenschapsminister van de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen, zijn de 2285 brandstofkogels "naar alle waarschijnlijkheid'' beland in een opslagplaats voor kernafval in Asse, in de deelstaat Nedersaksen.
De federale overheidsdienst die dat centrum beheert, sprak dat evenwel tegen. In Asse mag alleen laagradioactief materiaal worden opgeslagen en geen nucleaire brandstof.
Geen betrouwbare informatie
Over de verblijfplaats van het afval blijkt nergens betrouwbare informatie op papier te staan, tot woede van met name de Groenen in Noord-Rijnland-Westfalen. Zij vinden al jaren dat Duitsland veel te laks omspringt met kernafval en zien dat opnieuw bevestigd.
De kwestie komt op het moment dat in Duitsland een fel debat woedt over de toekomst van kernenergie, naar aanleiding van de nucleaire crisis in Japan als gevolg van de aardbeving en tsunami op 11 maart.
Gevaarlijk plutonium
Het afval bevat volgens de Groenen, die fel tegen kernenergie zijn, onder meer splijtstoffen als thorium, uranium en mogelijk ook het zeer gevaarlijke plutonium. Als het in verkeerde handen valt, kan het dienen als grondstof voor bijvoorbeeld een vuile bom, waarschuwde Hans-Christian Markert, de milieuwoordvoerder van de linkse partij in het regionale parlement van Noord-Rijnland-Westfalen. Een vuile bom is een conventioneel explosief dat omhuld is met radioactief materiaal.
