'Arbeidsgeneeskunde moet in basispakket'
Klinische arbeidsgeneeskunde moet niet zijn voorbehouden aan werknemers van wie de werkgever het vergoedt. Met een vergrijzende bevolking en een krimp in de beroepsbevolking is een voorziening voor deze beroepsgroep erg belangrijk.
Uit onderzoek blijkt dat de besparingen op de uitkeringskosten ruimschoots opwegen tegen de investering van 10 tot 20 miljoen euro, zegt Han Anema, hoogleraar klinische arbeidsgeneeskunde aan het VU Medisch Centrum, in BNR Gezond. "Iedere euro die in de behandeling wordt geïnvesteerd levert er 26 op aan besparingen van (para)medische en uitkeringskosten. Op basis van deze cijfers zou je denken dat de zorg daarom wordt opgenomen in het basispakket."
Brief aan Kamp
De Nederlandse Vereniging voor Klinische Arbeidsgeneeskunde (NVKA) heeft daarom een brief aan minister Henk Kamp van Economische Zaken geschreven waarin gevraagd wordt om klinische arbeidsgeneeskundige zorg op te nemen in het basispakket.
Maar de praktijk lijkt weerbarstig, omdat de opbrengsten van de zorg vaak niet in het zorgverzekeringskanaal vallen, maar bij de werkgever. Daardoor ontbreekt de prikkel voor zorgverzekeraars om te investeren in deze zorg en deze te betalen. De huidige pilot in samenwerking met Achmea moet zorgverzekeraars over de streep trekken om deze zorg te vergoeden.
Zorg en sociale zekerheid
Het probleem met de klinische arbeidsgeneeskunde is dat het een beetje tussen zorg en sociale zekerheid inhoudt, zegt Piet Kroon, bedrijfsarts en directeur Instituut voor Klinische Arbeidsgeneeskunde Nederland, het Ika. "Dus sommige werkgevers zeggen: laat de zorgverzekeraars maar betalen."
Het feit dat de diagnose niet altijd goed te stellen was, was reden voor de instelling van het Instituut voor Klinische Arbeidsgeneeskunde, legt Kroon uit. "We werken daar met teams van een bedrijfsarts die heel veel weet van het specialisme en een specialist die heel veel weet van dat werk. En samen kunnen ze verder komen dan de gemiddelde bedrijfsarts of de gemiddelde specialist."
Taakstelling
De taakstelling die is gesteld om 125.000 mensen aan het werk te helpen is volgens Anema niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat. "Deze groep is veel groter en we zullen de komende tientallen jaren alle zeilen bij moeten zetten om ook mensen met een arbeidshandicap aan het werk te krijgen."
Het is van groot belang om je leidinggevende te betrekken in wat je niet kunt na een operatie, meent hij. Als het nodig is kan er dan een werkhervattingsplan worden opgesteld, zodat eventueel aangepast werk geregeld kan worden. "Als je je werkgever daarop voorbereidt zijn daar goede afspraken over te maken. Het is belangrijk om daar tijdig mee te beginnen. Ook de werkgever moet zich realiseren wat er aangepast kan worden aan de werksituatie om een werknemer succesvol te laten reïntegreren."
"Door het probleem op de lange baan te schuiven ontstaan er allerlei andere problemen waardoor de drempel om terug te keren naar de werksituatie steeds hoger wordt. Uit onderzoek blijkt dat er dan allerlei bijkomende klachten, zoals psychische klachten, bij kunnen komen. Het is heel belangrijk om daarover met je werkgever in gesprek te blijven."