BNR Juridische Zaken | Terugkeer criminele burgerinfiltrant dreigt fiasco te worden
De terugkeer van de criminele burgerinfiltrant loopt het risico te mislukken, dat zegt strafrechtadvocaat Sander Janssen bij BNR Juridische Zaken. Volgens hem maakt Justitie dezelfde fouten als bij de inzet van de kroongetuige.
Na de IRT-affaire in de jaren '90 mochten politie en het Openbaar Ministerie geen deals meer sluiten met criminelen om andere criminelen op te pakken. Maar nu is een meerderheid van Tweede Kamer vóór de terugkeer van de criminele burgerinfiltrant. Dat gebeurt volgens Tweede Kamerlid Jeroen Recourt (PvdA) onder strenge voorwaarden.
Zo is het verboden om groei-infiltranten te gebruiken. Dat zijn infiltranten klein beginnen en carrière maken binnen de criminele organisatie. De inzet moet kortdurend zijn en er is volgens Recourt streng toezicht.
Toezicht
Maar juist bij het toezicht gaat de politiek volgens advocaat Janssen de fout in. Hij trekt daarbij de vergelijking met de inzet van kroongetuigen. "Bij de kroongetuige hebben we gezien dat het misgaat op het moment dat er geen onafhankelijke controle is over gemaakte afspraken."
Want voordat een kroongetuige of een burgerinfiltrant meewerkt worden er afspraken gemaakt over zaken als getuigenbescherming of een financiële tegemoetkoming. Bij de Passage-zaak kwamen het Openbaar Ministerie en kroongetuige Peter La S. regelmatig in botsing met elkaar. Uiteindelijk kreeg La S. twee miljoen euro voor zijn medewerking. Hierna heeft minister Opstelten van Veiligheid en Justitie de wet aangepast en moeten afspraken met kroongetuigen door de rechter-commissaris worden getoetst.
Toetsing van afspraken
Bij de comeback van de criminele burgerinfiltrant ontbreekt de toetsing van die afspraken door de rechter-commissaris. Daarom voorspelt Janssen een herhaling van zetten. ’’De afspraken met de criminele burgerinfiltranten worden niet bekend gemaakt. Buiten het Openbaar Ministerie toets niemand het. Er zal ruzie ontstaan met de infiltrant en dat gaat problemen geven. Dus ook voor het OM zou het goed zijn als zij zich tot onafhankelijke instantie kunnen wenden’’.
Hij noemt het bovendien een trendbreuk: "Als je uitgaat van de scheiding der machten is het niet de minister die dit moet controleren. De rechter zou dat moeten doen. En juist de rechter-commissaris kan zaken controleren die buiten de openbaarheid moeten blijven."
Rechter-commissaris niet de aangewezen persoon
Maar volgens Recourt is de rechter-commissaris juist niet de aangewezen persoon. "De rechterlijke toets wordt hiermee uitgehold. Want de rechter-commissaris kan maar een deel toetsen. En de normale rechter toetst later op zitting het geheel. Als de rechter-commissaris op een deel van het proces een stempel zet, zal die rechter op zitting er makkelijker akkoord mee gaan zonder het echt in te zien’’.
Recourt erkent dat er risico’s worden genomen met de inzet van criminele burgerinfiltranten. Maar het is volgens hem noodzakelijk. ’’Het Openbaar Ministerie en de politie geven aan dat ze een aantal zaken niet meer kunnen aanpakken. De grote, gesloten criminele organisaties hebben het geld en de techniek om onvindbaar te zijn. En dan wil je naar een uiterst middel kunnen grijpen zoals de criminele burgerinfiltrant."
Op 4 maart stemt de Tweede Kamer over de terugkeer van de criminele burgerinfiltrant.