Onduidelijkheid op de intensive care
Op de intensive care gaan ze niet goed om met longontstekingen. De belangrijkste reden: het is niet duidelijk wanneer iemand longontsteking heeft.
Het is niet meer zo erg als vroeger, maar op de intensive care loop je altijd risico op een longontsteking. Door het buisje van de beademingsapparatuur kunnen bacteriën in de longen komen, en daar een ontsteking veroorzaken.
Normaal is eenvoudig te bepalen of een patiënt longontsteking heeft, maar op de ic is dat lastiger. Rechtop zitten en goed ademhalen lukt niet altijd, zodat longfoto's veel minder opleveren. Ook de ontstekingswaarde van een bloedtest blijkt lastig te interpreteren.
Jan Scholte, die morgen promoveert aan de Universiteit Maastricht, onderzocht de twee methoden die in plaats daarvan worden gebruikt. Bij een methode wordt 'blind' wat slijm uit de longen gehaald. Bij de andere methode wordt met een kijkertje in de longen het slechtste stuk opgezocht.
Beide methoden zijn toegestaan, maar ze leveren niet het zelfde op. Bij minstens een derde van de patiënten zegt de ene test wel, en de andere geen longontsteking.
Op theoretische gronden verwacht dat de methode met het kijkertje beter is, maar dat is nooit aangetoond.
Scholte keek ook naar de kweekjes die twee keer per week worden gemaakt van patiënten op de intensive care. Ook daarin wordt gekeken naar bacteriën. En ook daarbij is niet duidelijk hoe de resultaten gebruikt moeten worden. Dat leidt tot discussie, ziet hij. Bovendien heeft het gevolgen voor de werkzaamheid van antibiotica bij de patiënt.
Door die tests slimmer toe te passen zouden niet per se duurdere antibiotica worden voorgeschreven, zegt Scholte. In plaats daarvan kan in een keer de meest geschikte gekozen worden.