Wiskunde: Leuker kunnen we het maken. En moeilijker.
De wiskundeles is saai aan het worden en teveel gericht op het aanleren van routines. Hoogleraar Paul Drijvers roept de wiskundeleraren op: laat leerlingen weer meer nadenken in de klas.
Het uitgangspunt van Paul Drijvers, hoogleraar Didactiek van de Wiskunde in Utrecht, is eenvoudig. De meeste leerlingen gaan geen wiskunde studeren, dus kun je de les maar beter gebruiken om hen dingen te leren waar je in het gewone leven iets mee kunt. Helder nadenken, noemt hij het.
Tijdens het gesprek pakt hij de krant erbij die op tafel ligt. In een artikel 'over de PGB-chaos', schrijft de krant, wordt gegoocheld met cijfers. Daar moet je toch even over nadenken om er chocola van te maken, zegt Drijvers. Of neem een artikel van een tijdje geleden. Daarin stond dat gynaecologen de test voor het Downsyndroom niet begrijpen. Want wat zegt een positieve uitslag nou precies, als de kans 90% is dat de test positief is als de foetus inderdaad dat syndroom heeft, maar dat de test ook in 50% van de gevallen ten onrechte positief is?
Ondanks dit voorbeeld vindt Drijvers het wiskundeonderwijs op dit moment nog helemaal niet zo slecht. Maar de voortekenen zijn niet positief. Door de nadruk op zelfstandig leren, is het vak eenvoudiger geworden, en dus ook minder uitdagend. Want nadenken bij de wiskundeles is misschien wel moeilijker, het kan de les echt leuker maken.
Een goed voorbeeld zag hij onlangs in een klas. Het is een nogal saaie opgave om van een driehoek uit te rekenen hoe lang een van de zijden is. Leuker wordt het wanneer je te weinig gegevens krijgt en de som niet kan maken. Welk gegeven zou je willen krijgen om de som zo simpel mogelijk houden?