Gedragseconomie als leidraad voor je pensioen
Als werknemers verantwoordelijk worden voor hun eigen pensioen, moeten de regels van de klassieke economie het raam uit. In plaats daarvan kan beter de gedragseconomie gebruikt worden.
Dat levert minder geld op, maar mensen worden er wel gelukkiger van. Als het puur om geld gaat, kun je het best voor een klassieke aanpak kiezen bij de pensioenen. Maar als mensen zelf verantwoordelijk worden voor hun pensioen - en die trend lijkt er te zijn - is dat toch niet de beste keuze. Want het gaat niet alleen om geld, stelt Servaas van Bilsen, die deze week in Tilburg promoveert. "We zien een trend dat er steeds meer keuzevrijheid voor mensen."
Om antwoord te geven op de vraag welke beleggingsrisico's je zou moeten nemen - of, na je pensioen, hoeveel geld je opneemt, gebruikte Van Bilsen de gedragseconomie. Tijdens zijn onderzoek sprak Van Bilsen ook met pensioenfondsen. En daar stelden ze vooral praktische vragen. Een belangrijke indicatie dat die fondsen deze aanpak wel zien zitten. Van Bilsen: "Ik ben gaan kijken wat de implicaties zijn voor het optimale pensioencontract op het moment dat je pensioenvermogen daalt met zeg 10 procent."
De klassieke economische theorie schrijft voor dat de uitkering met een gelijk percentage daalt, terwijl de gedragseconomie de pensioenuitkering geleidelijk wil aanpassen aan de financiële werkelijkheid. "Dus als het vermogen met 10 procent daalt, wil je de uitkering het eerste jaar eigenlijk maar met 1 procent laten dalen en het tweede jaar nog eens met 1 procent, dus dat je je eigenlijk heel geleidelijk aanpast aan de nieuwe economische werkelijkheid."