Voor hersenonderzoek kijk je beter niet naar schakers
Schaken is ingewikkeld. Om het maar simpel te zeggen: daar moet je wel je hersens bij houden. Maar welk deel van je hersens?
Gebruik je het zelfde deel voor strategische keuzes als voor individuele zetten? En hoe zit dat met aanvallende zetten, of verdedigende?
Om dat goed te onderzoeken, moet je niet naar schakers kijken. Maar naar shogi-spelers. Dat is een Japans spel dat heel erg lijkt op schaken. Het heeft stukken die lijken op onze schaakstukken, en je moet de koning van de tegenstander zien te slaan. Maar er is een fundamenteel verschil. In plaats van een zet te doen, mag je ook een eerder geslagen stuk terug op het bord zetten.
Voor de speler maakt dat het veel moeilijker. Voor hersenonderzoekers vereenvoudigt dat de zaak enorm.
Het artikel van Keiji Tanaka, van het RIKEN Brain Science Institute uit Japan, is gepubliceerd in Nature Neuroscience.