Humberto's verhaal | Grijp deze gouden kans!
Al jaren verzet ik mij tegen de zuurheid waarmee over het "schnabbel circuit" wordt gesproken en geschreven. Er zit altijd een toon in waaruit blijkt dat degene die schnabbelt iets doet dat op z'n minst minderwaardig is om te doen en in het ergste geval onkies, niet smaakvol en onnodig.
Ik zie het anders. Als presentator presenteer ik. Net zoals een loodgieter kranen aansluit en de schilder schildert. Als die mannen bij mij over de vloer komen, zal ik niet snel tegen ze zeggen "zo lekker aan het schnabbelen mannen"? Nee, ze zijn dan gewoon aan het werk.
Zo was ik deze week aan het werk in het land waar Jac Orie een lezing hield over zijn werkwijze als schaatscoach. Wat een indrukwekkend verhaal deelde hij met het publiek van ongeveer 250 man.
Bij de laatste 4 Olympische Winterspelen won 1 van de sporters van Orie goud. In 2002 was dat Gerard van Velde, in 2006 Marianne Timmer, in 2010 Mark Tuitert en dit jaar in Sotsji was de grootste eer voor Stefan Groothuis. Orie noemde dit indrukwekkend wapenfeit in een bijzin. Het ging vooral over zijn visie op de verhouding tussen altruïsme en egoïsme in topsport. zijn visie kreeg extra lading omdat Sven Kramer bij zijn scheiding van Gerard Kemkers duidelijk had aangegeven dat Orie 1 van de mogelijke kandidaten is om de schaatser te begeleiden naar 2018. Ik dacht in zijn verklaring ook een lichte voorkeur voor Orie te zien en horen.
Orie verdeelt de sporters van zijn teams in vier categorieën:
A. Hoog
potentieel, grote motivatie
B. Hoog
potentieel, matige motivatie
C. Matig
potentieel, grote motivatie
D. Matig
potentieel, matige motivatie
De groep met een matig potentieel maar wel een uitstekende motivatie is, volgens Orie de motor van het team. Sven Kramer zit uiteraard in groep A, hij koppelt veel talent aan een geweldige motivatie. Dat type topsporter is vaak ook iets egoïstischer dan de andere typen. Niks mis mee zolang dat gedrag de groep maar niet kannibaliseert, zich dus tegen het eigen team richt en het team daarmee zwakker maakt. Orie was daar niet bang voor. "Topsporters als Kramer weten dat zij de anderen in de ploeg hard nodig hebben om hem beter te maken" zei de coach tegen zijn toehoorders.
Door naar de visie van Orie te luisteren, snapte ik nog beter waarom Kramer zo nadrukkelijk zijn naam noemde als mogelijke opvolger van Gerard Kemkers. Orie denkt overal over door en staat ook erg open voor een samenwerking met de beste Nederlandse schaatser ooit. Zeker nu hij zich op minder afstanden wil richten, de 1500 en 5000 meter. Het enige dat een samenwerking nog in de weg staat, is een sponsor die bereid is het budget op tafel te leggen waardoor deze twee schaatsiconen de handen ineen kunnen slaan op weg naar Pyeongchang in 2018. Dus ik zou zeggen sponsors: grijp deze gouden kans!
Zo zie je maar wat een "schnabbel" oplevert...aan kennis.
Humberto Tan voor BNR Sportzaken
5 april 2014